Inleiding
Als je nog niet goed bekend met de Omgevingswet, lees dan gerust verder.
Voor diegene die al meer weten of actief bezig zijn met de implementatie, hoop ik dat de verwijzingen in dit artikel helpen met inspiratie of het versnellen van de implementatie van de Omgevingswet.
De eerste keer toen ik in aanraking kwam met de Omgevingswet (2017), had ik de volgende vragen:
- Wat is de Omgevingswet en waaruit bestaat deze ?
- Waarom een Omgevingswet, wat hebben we eraan ?
- Voor wie is de Omgevingswet bedoeld ?
- Wie doet wat met de Omgevingswet ?
De volgende informatie heeft mij daarbij enorm geholpen.
Wat is de Omgevingswet en waaruit bestaat deze ?
Om te weten wat de Omgevingswet nu exact inhoudt, gaan we naar de site van de Rijksoverheid.
Daar vinden we dat de Omgevingswet wetten voor de fysieke leefomgeving bundelt. Oftewel bestaande wetgeving, Algemene Maatregelen van Bestuur en ministeriële regelingen gerelateerd aan de fysieke leefomgeving worden allemaal samengevoegd tot 1 wet, 4 AMvB en 10 ministeriële regelingen.
Voor de puristen onder ons, uitgebreide informatie over de ontwikkeling van de Omgevingswet is te vinden op de site van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en verder kun je de voorgestelde wet en de aanvullende adviezen vinden op de site van overheid.nl .
Waarom een Omgevingswet, wat hebben we eraan ?
De nieuwe wet zorgt voor een samenhangende aanpak van de fysieke leefomgeving, ruimte voor lokaal maatwerk en betere en snellere besluitvorming. Daarnaast wordt participatie bevorderd. Bijvoorbeeld door burgers en ondernemers zo goed mogelijk te betrekken bij de ontwikkeling van de leefomgeving. Dit is een belangrijk uitgangpunt van de Omgevingswet. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om deel te nemen aan en invloed uit te oefenen op onze leefomgeving.
De uitgangspunten voor de nieuwe wet zijn:
- Het moet eenvoudiger, efficiënter en beter;
- Zekerheid en dynamiek;
- Ruimte voor duurzame ontwikkeling;
- Ruimte voor regionale verschillen;
- Actieve en kwalitatief goede uitvoering.
Voor een toelichting lees de korte introductie.
De verbeteringen betreffen samengevat
Voor wie is de Omgevingswet bedoeld ?
De wet omvat een groot gebied aan verantwoordelijkheden. Deze heeft invloed op alle partijen die actief zijn in de fysieke leefomgeving: burgers, bedrijven en de overheid zelf.
De wet biedt ruimte voor duurzame ontwikkeling, vernieuwende activiteiten en regionale, nationale en internationale initiatieven. Het nieuwe omgevingsrecht is flexibel en transparant. Vernieuwende ideeën krijgen door de participatie van alle partijen meer kans van slagen.
Participatie is een belangrijk onderdeel bij besluiten over plannen, visies of projecten. Overheden moeten aantonen hoe de participatie onderdeel daarvan is geweest. Burgers en bedrijven gaan dus merken dat ze op directe manier invloed kunnen hebben.
Wie doet wat met de Omgevingswet ?
Naast burgers en bedrijven is er de overheid. Als we het over de overheid hebben, dan zijn in het kader van de Omgevingswet de volgende partijen hiermee actief:
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de Nationale Omgevingsvisie en de Omgevingswet. BZK staat voor een goed en slagvaardig openbaar bestuur en een overheid waar burgers op kunnen vertrouwen. BZK draagt eraan bij dat burgers kunnen wonen in betaalbare, veilige en energiezuinige woningen in een buurt waar iedereen meetelt en meedoet en het prettig leven is.
- De provincie stelt 1 omgevingsvisie voor het hele grondgebied vast. Daarnaast kan de provincie samen met andere gemeenten of provincies een gezamenlijke of regionale omgevingsvisie opstellen.
- Omgevingsdienst volgt ontwikkelingen m.b.t. de Omgevingswet , treft voorbereidingen en staat klaar om gemeenten en provincie te ondersteunen. De omgevingsdiensten zorgen, in opdracht van gemeenten en provincies, voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op het gebied van milieu. Sommige omgevingsdiensten voeren extra taken uit, zoals bouw- en woningtoezicht of advisering over bijvoorbeeld energie of natuur. De omgevingsdiensten hebben voor al deze activiteiten deskundigheid in huis of beschikbaar.
- Gemeenten; stellen de lokale omgevingsvisie vast m.b.t. de fysieke leefomgeving, mede op basis van de wensen en behoeften van inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Middels visie en regelgeving geven samenleving en overheid met elkaar op transparante wijze de omgeving vorm. Dat is goed voor de kwaliteit van de besluitvorming en voor het draagvlak. Ook afstemming met andere gemeenten, de omgevingsdienst, de provincie en het waterschap is belangrijk.
- Veiligheidsregio; Nederland is verdeeld in 25 veiligheidsregio’s. Iedere veiligheidsregio zet zich in voor de veiligheid van de inwoners en bezoekers van dat gebied. Zo zorgt de veiligheidsregio ervoor dat er een brandweer is. Ook maakt de veiligheidsregio afspraken over de aanpak van rampen en crises. Een goede samenwerking tussen hulpverleningsdiensten, overheden, bedrijven en burgers is daarbij belangrijk.
- GGD; participeren in het opstellen van de lokale omgevingsvisies en in gesprek zijn met lokale bestuurders om ervoor te zorgen en te waarborgen dat ambities voor veiligheid, gezondheid en milieu deel uitmaken van de omgevingsvisie. GGD GHOR Nederland is dé belangenbehartiger voor de publieke gezondheid en veiligheid in Nederland. Als overkoepelende brancheorganisatie van de 25 Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD’en) en Geneeskundige Hulpverleningsorganisaties in de Regio (GHOR) werken zij mét en vóór leden aan het versterken van de publieke gezondheid en veiligheid in Nederland.
- Waterschappen; zij hebben kennis en kunde in huis over het watersysteem. De omgevingsvisies gaan over het beheer, beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving. Het watersysteem is onderdeel van die fysieke leefomgeving.
Hoe dan ?
Nu wordt het interessant. Voor de betrokken overheidsinstanties worden vanuit de Rijksoverheid kerninstrumenten aangeboden met betrekking tot de uitvoering van de Omgevingswet. Voor elk type overheidsinstantie zijn voorbeelden te vinden.
De kerninstrumenten zijn:
- Omgevingsvisie;
- Programma’s;
- Decentrale regelgeving;
- Algemene rijksregels voor activiteiten;
- Omgevingsvergunning;
- Projectbesluit
Elke overheidsinstantie moet bijvoorbeeld een strategische omgevingsvisie opstellen.
Voorbeelden hiervan zijn te vinden via de site overheid.nl
O.a. Gemeente Raalte en Gemeente Etten-Leur.
Het Omgevingsloket
Onderdeel van de invoering van de Omgevingswet is het Omgevingsloket. In het Omgevingsloket wordt digitale informatie over de fysieke leefomgeving ontsloten. Hierdoor kan iedereen alle informatie op één plek bekijken en gebruiken voor het aanvragen van een omgevingsvergunning. Voor burgers en bedrijven betekent dit dat ze eenvoudiger en efficiënter informatie en toestemming kunnen verkrijgen (vergunning) om te kunnen voldoen aan regels m.b.t. de fysieke leefomgeving.
Gemeenten, provincies en waterschappen staan voor een grote uitdaging en moeten minimaal voldoen aan een aantal eisen m.b.t. de Omgevingswet. Deze zijn het hebben van een omgevingsvisie, omgevingsplan, en zorgen dat de behandeling van aanvragen van vergunningen en bepaalde informatie beschikbaar is binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Bij de Omgevingswet hoort een goede digitale ondersteuning. Dat is het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Digitale informatie over de leefomgeving is straks op één plek te vinden: in het Omgevingsloket. Via dit loket kan iedereen snel zien wat mag en wat niet volgens de Omgevingswet.
Overheden leveren de informatie voor het Omgevingsloket. Hiervoor sluiten ze lokale systemen aan op de landelijke voorziening van het digitaal stelsel.
Minimale eisen bij de inwerkingtreding Omgevingswet
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet gelden de volgende vijf criteria:
- Criterium omgevingsvisie: Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet hebben provincies en Rijk een vastgestelde omgevingsvisie die voldoet aan de eisen van deze wet (artikel 3.2 en 3.3 Omgevingswet). De omgevingsvisie is met behulp van de geldende standaard ontsloten via de landelijke voorziening.
- Criterium omgevingsverordening: Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft een provincie een vastgestelde omgevingsverordening die voldoet aan de eisen van de Omgevingswet (hoofdstuk 7 van het Besluit kwaliteit leefomgeving). De omgevingsverordening is met behulp van de geldende standaard ontsloten via de landelijke voorziening bekendmaken en beschikbaar stellen (LVBB).
- Criterium projectbesluit: Als een rijkspartij, provincie of waterschap een projectbesluit vaststelt, moet dat bij inwerkingtreding van de Omgevingswet gebeuren conform de eisen van de Omgevingswet (het projectbesluit voldoet aan hoofdstuk 9 van het Besluit kwaliteit leefomgeving).
- Criterium omgevingsplan: Wanneer een gemeente een omgevingsplan wil wijzigen, stelt zij deze wijziging bij inwerkingtreding van de Omgevingswet vast conform de eisen van de Omgevingswet. Het gewijzigde deel van het plan voldoet aan de provinciale instructieregels en aan de instructieregels uit hoofdstuk 5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. De wijziging wordt met behulp van de geldende standaard ontsloten via de landelijke voorziening.
- Criterium vergunningen en meldingen: Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet is het bevoegd gezag (en/of zijn uitvoeringsorganisatie) in staat om conform de daarvoor geldende standaard een aanvraag of melding (artikel 14.1 Omgevingsbesluit) vanuit de landelijke voorziening te ontvangen. (Dit criterium noemen we hierna ‘Vergunningen en meldingen – techniek’)
Zie ook de onderstaande sites:
Implementatie van de Omgevingswet
De rode draad met betrekking tot de implementatie van de Omgevingswet bestaat uit:
- Het formuleren van een omgevingsvisie.
- De gefaseerde en programmatische aanpak. Een cyclische, lerende (bv experimenten) aanpak werkt goed.
- Het DSO: Inventarisatie en aanpassing Informatiesystemen en koppelingen.
- Iedere gemeente bepaalt zelf hoe participatie /dialoog met burgers plaats vindt.
- In de regio afspraken over fasering maken. Dit is nodig voor integraliteit en in verband met ketensamenwerking.
De vervolgstappen bestaan uit het opstellen van plannen; het zogenaamde programma. Veelal wordt een programmaplan opgesteld.
Voorbeelden van plannen zijn te vinden op:
Bijvoorbeeld van de Gemeente Zwolle
Voor het opstellen van een invoeringsstrategie zijn door de VNG en de Unie van Waterschappen hulpmiddelen opgesteld. Deze zijn te vinden via deze link.
Waar staan we met de invoering van de Omgevingswet ?
Een toegankelijke bron van informatie en de actuele stand van zaken rondom de Omgevingswet vind je op het omgevingswetportaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hier zijn allerlei publicaties te vinden over o.a.
- Weten hoe de Omgevingswet werkt?
- Hoe de uitvoeringsregelgeving eruit komt te zien?
- Wat de voordelen zijn van het nieuwe stelsel?
Vervolg
Veel succes met de implementatie van de Omgevingswet.
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen waarin diverse fasen en invalshoeken ten behoeve van de implementatie van de Omgevingswet aan de orde komen. Volgende artikelen gaan onder andere over:
- Strategievorming; hoe doe je dat?
- Hoe bepaal je hoe ver je bent met de invoering en wat je nog moet doen?
- Projectmanagement; waar let je op in het kader van de invoering van de Omgevingswet?
- Softwareselectie; waar let je op?
DiVetro
Wij helpen organisaties in de kortst mogelijke doorlooptijd naar een hogere tevredenheid, hogere volwassenheid en effectievere processen.
Daarvoor zetten wij een reeks van competenties in op gebieden als strategie en roadmapping, programma-, project- en portfoliomanagement, architectuur, business- en informatieanalyse, communicatie en adoptie.
Over de auteur:
Rob van der Velden is consultant bij DiVetro op het gebied van organisatieadvies, project- en interim management. Hij helpt organisaties bij het behalen van hun doelstellingen. De uitdaging voor elke organisatie is om veranderingen te realiseren die snel tot resultaat leiden en geborgd worden bij medewerkers en cliënten. Hij faciliteert en leidt graag veranderingen met focus op waarde toevoegen aan een organisatie en haar cliënten. Wilt u meer weten over de diensten van DiVetro, neem dan contact op.
Rob van der Velden
Senior Consultant
tel: 06-29525713
mail: rob.van.der.velden@divetro.nl
LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/robvandervelden1/